Zand in de Portugezen



Als men in het Frans zegt dat iemand des portugaises ensablées heeft, dat wil zeggen: zand in zijn portugezen heeft, bedoelt men dat zo iemand niet goed hoort of niet goed luistert. Une Portugaise is een Portugese, derhalve staan Portugese dames blijkbaar model voor een slecht functionerend gehoor. Dat klinkt raadselachtig. Nationaliteiten staan wel vaker model voor bepaalde eigenschappen: Belgen zijn dom, Britten zijn arrogant, Nederlanders zijn gierig, Schotten zijn ook gierig en Italianen zijn spaghettivreters en hebben lange vingers, enzovoorts, enzovoorts. Allemaal mooi en aardig maar wat hebben Portugezen met oren te maken?

Het zit 'm blijkbaar in de vorm van het land. Zoals Italië het Land van de Laars wordt genoemd omdat de het schiereiland de vorm heeft van een hoge laars, zo lijkt Portugal vanuit de ruimte bezien (of in een atlas) op een oor. Als één nationaliteit om een scherp gehoor bekend zou moeten staan, dan wel de Portugezen, en indien dat niet zo is, indien zij juist erg slecht horen, dan moet daar een goede reden voor zijn aan te wijzen, en die kan blijkbaar worden gevonden op de uitgestrekte Portugese stranden, bijvoorbeeld die van de Algarve. De Portugese vrouwen brengen blijkbaar zoveel uren op de zonnige stranden door,  dat hun oren verstopt zijn geraakt door het opgehoopte zand.

* Avoir les portugaises ensablées (loc.)
                Être malentendant ou complétement sourd




In het Nederlands zeggen we in zulke gevallen dat iemand watjes in zijn oren heeft of dat hij zijn oren moet laten uitspuiten. Er klinkt een licht verwijt in door, maar als we iemand van kwade wil willen beschuldigen, willen zeggen dat hij weigert om te luisteren of net doet alsof hij iets niet heeft gehoord, verwoorden we dat anders: we zeggen dat zo iemand Oost-Indisch doof is. Weer een nationaliteit dus, maar we staan hierin alleen, in het Frans zegt men immers faire la sourde oreille, in het Engels play deaf , in het Duits Sich taub stellen. Onze oost-Indiërs keren niet terug, en daar bestaat natuurlijk een goede reden voor. Volgens Onze Taal (*1) is de herkomst van de uitdrukking niet helemaal duidelijk, maar het lijdt weinig twijfel dat de uitdrukking stamt uit de koloniale tijd, zoals ook wordt bevestigd door Het Groot Uitdrukkingenwoordenboek van Van Dale (2006). Het Spreekwoordenboek van P.J. Harrebomée (*2) stelt, naar aanleiding van deze en twee andere uitdrukkingen (Hij speelt den doove en Hij is hoorende doof):

"De drie laatste spreekwoorden duiden menschen aan, bij wie eene vermaning, een verzoek of een bevel op hunnen onwil afstuit: zij kunnen wel, maar willen niet hooren. Dat vindt de meeste toepassing onder dienstboden, en hoe grooter hun getal is, des te erger. Die hebbelijkheid is wel het meest op de Oost-Indiërs toepasselijk, daar hun, door de heete luchtsgesteldheid, eene natuurlijke traagheid eigen is."

Tja, Portugese dames hebben last van het hete zand, Oost-Indische bedienden van de hete luchtgesteldheid, en zo is er altijd wel iets.

Noten:



Reacties

Populaire posts